De Week van het geld is een belangrijke aanjager voor het structureel stimuleren van financiële vaardigheden van kinderen en jongeren, zowel op school als thuis. Kinderen die al jong leren omgaan met geld hebben daar de rest van hun leven plezier van. Dit is een belangrijke taak van ouders. Maar hoe doe je dat? Hoe leer je kinderen (spelenderwijs) omgaan met geld? Hieronder zijn een aantal tips!
Geef je kind vanaf ongeveer 6 jaar zakgeld.
De hoogte van het zakgeld is afhankelijk van jouw persoonlijke situatie. Om tot een geschikt bedrag te komen zijn twee dingen van belang: 1) wat heb je zelf te besteden? en 2) wat moet je kind betalen van het zakgeld?
Geef contant, zichtbaar geld. Hiermee leer je jouw kind de waarde van het geld kennen. Varieer ook eens met de munten die je geeft, dus één euromunten, vijftig of twintig eurocent. Vanaf een jaar of 10 kun je het kind leren omgaan met pinnnen.
Op veel middelbare scholen kun je vaak al niets meer zonder pinpas kopen. Zorg daarom dat je kind vanaf 10 jaar begint met leren omgaan met pinnnen. Pinnen en contactloos betalen gaat vaak heel makkelijk. Daardoor verliezen kinderen vaak het financiële overzicht. Bespreek regelmatig samen waaraan het zakgeld is besteed door de bij- en afschrijvingen te bekijken. Zo leert je kind dat dit hoort bij het hebben van een bankrekening.
Maak afspraken over de besteding van het zakgeld. Wat moet en wat mag je kind er mee doen?
Gebruik zakgeld niet als straf of beloning. Het is niet erg als je kind achteraf spijt heeft van een uitgave. Daar leert je kind alleen maar van.
Kleedgeld is een manier om te leren budgetteren. Kinderen van 12 of 13 jaar voelen zich vaak al verantwoordelijk voor hun kledingbudget. Het is dus een mooie leeftijd om te starten met kleedgeld. Je kind leert zo zelf met geld omgaan.
Sparen wordt leuker als je weet waarvoor je spaart en hoeveel je (nog) nodig hebt om het totale bedrag bij elkaar te krijgen